Een typische dag uit het leven van Lenny
“Dames en heren. Over enkele ogenblikken begint de voorstelling in de Grote Zaal. Wij verzoeken u plaats te nemen.” , luidt het omroepbericht door het theaterrestaurant.
Terwijl ik druk bezig ben met het herstellen van de niet-kloppende rekening word ik uit mijn concentratie gehaald door een stem die zelfs het omroepbericht overstemt. Een dame vraagt me bezorgd of dat bericht ook voor haar bedoeld was. In een fractie van een seconde reageer ik automatisch op álle prikkels die mijn aandacht vragen;
ik houd mijn vinger op de papieren foutieve rekening, bijna blindelings bevestig ik 1 van de laatste wijzigingen op de kassa, glimlach naar de gasten waarvoor de bon bedoeld is zodat ze weten dat ik er nog mee bezig ben terwijl ze me ongeduldig aanstaren, en maak ik oogcontact met de bezorgde dame die mijn concentratie zojuist verbrak. Terwijl de kopie bon geprint wordt controleer ik op de gastenlijst van vanavond haar tafelnummer en antwoord ik geruststellend; “Nee hoor mevrouw, uw voorstelling begint pas over een half uur. Geen zorgen, het is altijd even hectisch om deze tijd. Het dessert komt er zó aan, en ik zal u tijdig de rekening komen brengen.” Tijdens het uitspreken van die woorden switch ik in de kassa van de foutieve bon naar het doorvragen van het dessert. Terwijl mevrouw opgelucht terug loopt naar haar tafelgenoot en ik intussen mijn collega’s in de bediening en de overige gasten om te controleren of alles volgens planning verloopt, is de kopie bon geprint. Omdat gasten tijdens een avondje uit niet zitten te wachten op een technische uitleg van een niet-kloppende bon, stel ik voor dat ze alvast naar de voorstelling gaan. Ik zal zorgen dat ze in de pauze aan dezelfde tafel mogen zitten, en tegen die tijd heb ik de rekening in orde gemaakt.
“Dames en heren. Over enkele ogenblikken…” luidt het omroepbericht voor de 2e x. Hoewel de spanningen van mensen om me heen dan al te voelen zijn, weet ik dat er geen tijdnood is en voelt alles onder controle. Met een glimlach wens ik de laatste gasten oprecht een fijne voorstelling, en bereid ik me mentaal alvast voor op de komende 45 minuten waarin wij in hoog tempo alles gaan opruimen en weer klaarzetten voor de pauze.
Mijn broekzak trilt; een scherm vol gemiste meldingen en een inkomende oproep van de manager: “Lenny! Kun je boven helpen? Het is drukker dan verwacht!”. Na instemming verbreek ik de verbinding en bel de andere manager bel om het kassa-foutje door te geven, terwijl ik met de te herstellen bon naar een collega loop en weet ik in 1 zin uit te leggen wat daarmee moet gebeuren nadat het systeem herstart is.
Onderweg naar boven, achter de haastende bezoekers aan, help ik nog gauw een verdwaalde man met een kaartje in zijn hand. De volgende gast die me aanspreekt verwijs ik even door naar 1 van mijn collega’s op de vloer, en in diezelfde ademhaling vat ik nog snel samen wat het programma van vanavond is. Boven aangekomen blijkt dat er een extra zaalwacht (BHV’er) nodig is aangezien er ruim honderd extra bezoekers bij zijn gekomen. “Leuk, een voorstelling die ik graag wilde zien!”, was mijn eerste reactie. Maar als zaalwacht zijn je ogen op veel meer gericht. Tijdens de spannende en flitsende voorstelling is het mijn taak om een oogje op de bezoekers te houden. Ontstaat er discussie over een zitplaats? Ren ik even de trappen af & op voor de kaartverkoop. Struikelt er iemand? Schiet ik te hulp. Maakt er iemand beeldmateriaal wat niet is toegestaan? Wurm ik me door het publiek om deze persoon daar op aan te spreken.
Gelukkig ben ik gewend om me op meerdere vlakken tegelijkertijd te concentreren, dus uiteindelijk heb ik de hele voorstelling vanuit mijn ooghoeken meegekregen & begrepen, zelfs tijdens het begeleiden van een verdwaalde toiletbezoeker die in het donker zijn stoel niet meer kon vinden
Een typische dag uit mijn leven in 2019:
“Attentie: Nicole, info-balie alsjeblieft, Nicole, info-balie.” , komt luid en duidelijk binnen.
Met tranen in mijn gesloten ogen, pijnscheuten in beide oren, evenwichtsproblemen, geblokkeerde nek, en een brok in mijn keel, sla ik mijn armen over elkaar.
Alsof ik uit een diepe slaap ontwaak open ik voorzichtig mijn ogen en probeer te begrijpen waar ik ben, wat ik hier doe, en waar al die pijn vandaan komt.
Waarom zijn de lampen hier zo fel?? Alles om me heen reflecteert het felle licht en snijdt in mijn ogen.
Omdat het voelt alsof ik met breinaalden aan 2 kanten gestoken ben, voel ik in mijn oren; maar geen bloed. Het omroepbericht galmt nog door in mijn hoofd, alsof de gaten in mijn korte termijn geheugen de echo versterken. Nú pas begin ik te ontcijferen dat ik in de supermarkt ben, dat het een omroepbericht was wat mij het gevoel gaf alsof ik een auto-ongeluk heb gehad.. Ál die gevoelde pijn en verbruikte energie terwijl de verwerkte informatie het niet aan mij gericht was. Ik ben leeggezogen. Het enige wat me wakker houdt is de angst dat ik beroofd kan worden. Verder interesseert me niets meer; niet dat de vloer te hard is, en geen schaamte voor wat de mensen zouden denken of zeggen.
Wat kwam ik hier doen? “Chocola?” Met mijn ogen half gesloten laat ik mijn wimperharen het te felle licht filteren. Met mijn armen nog over elkaar van pijn probeer ik te lopen naar het chocolade-schap. Ik verlies energie door te moeten nadenken over welk been welke kant op moet. Zodra ik het gangpad van de chocolade-repen inkijk krijg ik een intense steek door mijn hoofd. Ik zie zwarte vlekjes in mijn gezichtsveld. “Waar ben ik door verblind?!” Heel voorzichtig kijk ik; een kartonnen reclamebord waar rode led-lampjes in zitten. HIER KAN IK NIET TEGEN!!
“Attentie: Nicole, info-balie alsjeblieft!!” klinkt het, duidelijk gefrustreerder.
Ik draai me om terwijl ik probeer de huilbui uit te stellen, maar had niet door dat er iemand achter me liep. Na een kleine botsing wankel ik door, want kijken wie het was of ‘sorry’ zeggen kost óók energie, en die ís al zo goed als op.
“Waar is mijn mandje? Ik had toch wel een mandje?” De stress schiet omhoog en ik wil opgeven. Gelukkig heeft een vakkenvuller een krukje laten staan, dus ik plof neer en laat mijn hoofd in mijn handen vallen. “Ik.. moet.. slapen…”
Nadat een dame me aantikte en bezorgd vroeg of alles wel goed gaat, grap ik maar even dat boodschappen doen zo vermoeiend is. Ik pak het boodschappenlijstje op mijn telefoon erbij en lees “choco soyadrink”. “O, ja! Dáár was ik! Daar is mijn mandje!” Ik zucht en raap al mijn krachten bijeen om ‘heel die route’ terug te lopen. Alsof ik een zware workout volbracht heb sta ik vol trots, vermoeidheid, en pijn weer naast mijn mandje. Ik ga stevig staan en spreek met mezelf af dat ik dit binnen 10 seconden gedaan kan hebben, en de rest van het lijstje mag ik overslaan. Ik staar naar het rek en vraag me opnieuw af wat ik hier doe…
“Attentie: Nicole, ….” , hoor ik terwijl er een enorme druk op mijn borst komt en mijn hoofdpijn mij braakneigingen geeft. Ik zit al op mijn hurken voordat het bericht eindigt. Als ik op dit moment de energie ervoor had zou ik door de hele supermarkt schreeuwen dat die Nicole verdorie NU naar die info-balie moet. In mijn hoofd gil ik: “Hou op! STOP met omroepen! ALSJEBLIEFT!!”. Het is confronterend dat ik weet dat het probleem niet bij het omroepbericht ligt, maar bij mij. Het maakt me verdrietig & wanhopig om te merken hoe heftig ik reageer op een alledaagse situatie die ik voorheen als vanzelfsprekend en makkelijk (zelfs saai) beschouwde. Aangezien ik sinds een aantal maanden eerst dagenlang om kracht moet komen om überhaupt de deur uit te gaan, en opzettelijk 1 van de aller rustigste momenten kies om boodschappen te halen, is een omroepbericht 3x aanhoren écht te veel.
Op dit moment wil ik huilen en door iemand gered worden. Maar het is geen film en ik ben alleen, dus er zit nog maar 1 acceptabel ding op; nóg een keer doorzetten en mijn mandje naar de kassa slepen terwijl ik 1 hand als een zonneklep boven mijn ogen houd. Stuk voor stuk leg ik de producten op de band, zoals de klanten doen waar ik me voorheen aan stoorde. De caissière kijkt me bezorgd aan terwijl ik oogcontact vermijd. De bliepjes van de scanner voelen als telkens opnieuw een klap tegen mijn hoofd en ik kan geen woord meer uitbrengen. Gelukkig hoef je tegenwoordig geen pincode meer in te voeren bij lage bedragen, want die ben ik ook al vergeten.
Nadat ik in een roes de supermarkt verlaten heb, fiets ik naar het dichtstbijzijnde bankje om uit te rusten en te huilen. Hoewel mijn huis maar 1,4 km verderop is voelt het alsof ik een marathon moet lopen na 2 slapeloze nachten.
Uiteindelijk lukt het me met ondraaglijk veel pijn en moeite om met bijna gesloten ogen op de fiets thuis te komen.
Eenmaal binnengestrompeld laat ik de boodschappentas op de grond vallen, en kruip ik met mijn jas nog aan in bed. Ik kan níets anders meer dan me volledig overgeven aan wat mijn lichaam nodig heeft; ongeacht de hygiene, ongeacht de boodschappen die de koeling in moesten, en ondanks het tijdstip. Intussen ben ik zó misselijk geworden van alle verbruikte energie, dat ik voel dat ik de rest van de middag én avond geen honger meer zal hebben. De boodschappen zijn voorlopig dus helemaal niet nodig, en ik kan niet eens lachen om de ironie.

Lenny uit Eindhoven is 32 jaar en stelt zich graag even voor aan jullie.
Slechts 2 jaar geleden leek ze haar leven wel op orde te hebben, gelukkig te zijn, en vooral blind voor de signalen dat zij in januari 2019 in een burn-out terecht zou komen. “Dat is toch alleen voor 40plussers die 80 uur per week werken?” is een overtuiging die ze in de afgelopen 1,5 jaar heeft ontkracht middels veel pijnlijke harde lessen. Na een afstudeerstage als video-editor en jarenlange werkervaring in de Horeca en in het theater, liet Lenny zich graag inspireren in de wereld van kunst & creatie.
Ze jongleerde intussen met alle ballen van het leven die haar toegeworpen werden, maar negeerde haar eigen behoeftes en grenzen op bijna alle vlakken. Pas toen ze het daglicht niet meer kon verdragen, geen beeldscherm meer kon aanzien, geen alinea meer kon lezen en staand douchen bijna onmogelijk werd; werd haar duidelijk dat er iets goed mis was.
In een maandelijkse blog deelt ze graag een aantal van haar ervaringen met jullie, in de hoop op meer bewustzijn en begrip voor de (onzichtbare) beperkingen door overprikkeling.
Bekijk Lenny’s werk op haar Facebookpagina.